In 1936 kwam mijn vader Gé Koning Sr in aanraking met Jiujustu, de heer K.T, YO was de eerste leraar die in Amsterdam lessen gaf in de zogenaamde “Vechtkunscht der Japaneeschen”.
De Heer Yo was echter snel weer verdwenen en zijn lessen werden overgenomen door een Nederlandse meester de Heer Boretius. Deze volgens mijn vader zeer harde leraar overhandigde mijn vader in 1938 het diploma “leermeester Jiujitsu”.
Vlak voor in Nederland de oorlog begon huurde mijn vader van een weduwe voor wie hij huurgeld ophaalde een zaaltje aan de Sint Jacobssteeg in Amsterdam, de eerste locatie van de sportschool waar toen der wijd les gegeven werd in boksen, jiujutsu en phisical culture, een voorloper van het hedenhaagse bodybuilding of fitness.
Na de oorlog gingen mijn vader en enkele collega’s op zoek naar méér. In Frankrijk en Engeland waren enkele Japanse leraren die door Jigoro Kano Senseî (de grondlegge van het Judo) waren gestuurd om het Judo te populariseren.
Zij kregen daar les van oa Kawashi sensei (Frankrijk) en Koizumi (GB). Eind jaren veertig en begin jaren vijftig staat judo in Europa flink in de belangstelling, samen met andere leraren zet mijn vader de Judo bond en een leraren opleiding op.
De toenmalige Leraar van mijn vader de heer Haku Michigami die in Bordeaux woonde en af en toe naar Nederland overkwam bracht het Nederlandse Judo op een hoger niveau en daaruit ontstonden vele kampioenen waarvan Anton Geesink en Hein Essink de meest bekende zijn. Inmiddels was de Sportschool in 1952 verhuisd naar haar huidige locatie onder het “Zuiderbad”.
Naarmate de Nederlandse Judoka’s eind jaren vijftig en begin jaren zestg meer van zich doen spreken wordt Judo een steeds populairdere sport die zowel door jeugd als door volwassenen beoefend wordt. Vooral nadat Anton Geesink eerst in Parijs de grote Japanse en Franse Judo kampioenen versloeg en later in het hol van de leeuw in “Tokio” voor duizenden huilende Japanners de Gouden medaille in de open Categorie won en Olympisch kampioen werd.
Een mooi pedagogisch verhaal en wat vriendelijke leraren zorgden ervoor dat Judo vanaf de jaren zestig één van de dingen werd die een kind moest leren.
Vanaf die grote successen die mijn vader als coach en leraar van het Nederlandse team heeft mogen meemaken, is de sportschool zich vooral op recreatieve vechtsportlessen gaan richten.